Teleurgestelde blik
Hoe je je kind ook observeert en tracht te ontdekken wat hem nu écht boeit, je ziet maar niet waar je kind in uitblinkt. Het frustreert je dan ook zo wanneer je tijdens het zondagse familiebezoek de fantastische tekeningen van zijn nichtje onder je neus geschoven krijgt en je van je broer hoort hoe fanatiek zijn zoon met voetbal bezig is. Het neefje en nichtje krijgen zoveel lof aan tafel, en je ziet je kind wachten tot wanneer ook hij een compliment krijgt. Maar alweer tevergeefs. De teleurgestelde blik van je kind gaat recht door je hart. Je bent zo bezorgd dat hij zijn talenten nooit ontdekt en hij nooit helemaal open bloeit.
Angst voor de verkeerde studiekeuze
Je voelt ook een zware last op je schouders, want het wordt stilaan ernst; de middelbare school komt eraan en een studiekeuze dringt zich nu echt op. Maar wat als je kind totaal geen interesse toont voor de geboden studierichtingen, of erger nog, voor geen enkele richting? Je zou het niet verdragen dat je kind 6 jaar lang elke dag tegen zijn zin naar school gaat. Het houdt je zo vaak wakker; wat als je kind afhaakt of schoolmoe wordt, uitgeblust door de vakken die hem niet boeien?
Verandering verloopt lastig
Aan de schoolpoort doe je altijd graag een praatje met andere ouders maar als de vraagt wordt gesteld “wat gaat jouw kind doen?” dan weet je niet hoe je je verhaal een draai gaat geven. Het steekt wanneer je geconfronteerd wordt met hoe vlotjes zij de overgang wél maken naar het middelbaar. Ze vertellen je vol vertrouwen welke richting hun zoon of dochter gekozen hebben, dat ze extra vakken meepikken en dat hun kind ook nog elke woensdagnamiddag viool gaat volgen. Je kan jezelf nog net “Hey, da’s goed!” horen zeggen, maar het enige dat je denkt is “Waarom gaat dat bij ons niet zo makkelijk?” Van je kind krijg je enkel een “maar dat wéét ik toch niet”, en daarmee is het gesprek afgelopen.
Je vertrouwt eigenlijk niet zo sterk
Je gunt het die andere ouders wel, maar de waarheid is dat je stiekem niet zo hard vertrouwt op het potentieel van je kind als je zou willen, en daar voel je schuldig over. Telkens neem je je voor dat dat talent er echt wel is, dat het zich wel eens zal tonen, dat je in je kind moet vertrouwen, maar dat lukt je niet; de angst is gewoon groter. En als je dan iets van een talent meent te zien, dan wuif je het weg omdat je in alle eerlijkheid niet weet wat je ermee moet. Daar gaat het vertrouwen hebben in…
Moeilijke zoektocht
Je voelt je alleen in je zoektocht en bent het zo beu als iemand je weer eens zegt “kies maar voor talen, daar kan je altijd iets mee doen.” Het frustreert je, want je wil niet dat je kind “er altijd iets mee kan doen”. Je wil dat hij doet waar hij het allerbest in is en er plezier aan beleeft. Punt.